Dag Hammarskjöld en de stilte die ons tot gemeenschap weeft
Dag Hammarskjöld – diplomaat, mysticus, en misschien wel een van de meest innerlijk bewogen wereldleiders van de twintigste eeuw – zag iets wat wij in onze gehaaste cultuur gemakkelijk vergeten: in ieder mens bestaat een kern van stilheid, omgeven door stilte. Een plek waar het rumoer van het ego verstomt en waar we thuiskomen in iets dat ons draagt.
Stilte als toegang tot het ware leven
Hammarskjöld ontdekte in zijn eigen leven dat de reis naar binnen geen vlucht is, maar een terugkeer. Zijn dagboek Merkstenen getuigt van die stille tocht: weg van de drang om jezelf te handhaven, naar een zachte openheid voor het mysterie dat ons leven draagt.
Voor hem was stilte geen luxe, maar een levensvoorwaarde. Niet omdat stilte prettig is – vaak confronteert ze ons juist met onze angst, onze eenzaamheid, ons niet-weten. Maar precies dáár, waar het lawaai van onze eigen overlevingsdrift wegvalt, opent zich een diepere waarheid:
Wij leven niet uit onszelf. Wij worden geleefd, gedragen, bemind.
Daarom ontwierp Hammarskjöld als Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties een stiltecentrum midden in het bruisende hart van de wereldpolitiek: een ruimte waarvan de deuren zouden opengaan naar “de oneindige landen van gedachten en gebed”.
Eenzaamheid, sterfelijkheid en de geboorte van gemeenschap
Hammarskjöld was ervan overtuigd dat onze angst voor de dood ons verhindert om werkelijk te leven. We houden ons vast aan controle, efficiëntie, en het verhaal van ons ‘ik’. Maar wie de stilte in durft te gaan, komt vroeg of laat de grens van dat zelf tegen – en ontdekt dat die grens geen eindpunt is, maar een doorgang.
In die confrontatie ontstaat iets verrassends:
een nieuwe verbondenheid.
Want wie in zichzelf de diepte van het mysterie ontmoet, herkent datzelfde mysterie in de ander. Culturen, verschillen, spanningen – ze worden geen bedreiging meer, maar een uitnodiging om elkaars unieke uitdrukking van God te zien.
Voor Hammarskjöld werd dit besef de bron van zijn inzet voor vrede: niet uit idealisme, maar uit ervaring. Een ervaring in de stilte.
Liefde als overstromen
De middeleeuwse mystici die Hammarskjöld bewonderde, leerden hem dat liefde begint waar het ego zwijgt. Liefde is geen gevoel, geen prestatie, geen strategie.
Liefde is een overstromen van kracht wanneer wij leven in zelfvergetelheid.
Vanuit zo’n liefde wordt dienen vanzelfsprekend, en gemeenschap geen ideaal maar een levensvorm.
De stilte in jezelf als vindplaats van de wereld
Wat Hammarskjöld ons aanreikt, is verrassend eenvoudig en radicaal:
-
Ga naar binnen.
-
Word stil.
-
Durf te sterven aan het lawaai dat je overeind houdt.
Daar, in het hart van de stilheid, blijkt dat we niet gescheiden eilanden zijn. We ademen uit dezelfde bron. We worden gedragen door hetzelfde geheim.
En vanuit die innerlijke ruimte – de ruimte waar je niemand hoeft te zijn – kan echte gemeenschap ontstaan. Niet uit angst, maar uit vrijheid. Niet uit eigenbelang, maar uit liefde.
[gebaseerd op de leergang Mystiek die ik volg via de Ekklesia Breda (https://ekklesiabreda.nl/leergang-mystiek/) en een artikel in Theologie van Jos Huls: https://www.theologie.nl/dag-hammarskjold-de-innerlijke-reis-als-een-weg-naar-gemeenschap/
Reactie plaatsen
Reacties